Veelgestelde vragen over Rente

Eigenlijk heeft de NHG maar een nadeel. Bij het afsluiten van een hypotheek moet je eenmalig een bedrag betalen (de waarborgsom). De hoogte van dit bedrag bedraagt in 2021 0,7% van de hoofdsom van de hypotheek.

Voorbeeld. Stel je hypotheek is €200.000,= dan is de waarborgsom €1400,=. Dit bedrag is overigens eenmalig volledig aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.

In de wet is bepaald dat wanneer iemand een rentevaste periode kiest die korter is dan 10 jaar er in de berekening van de maximale hypotheek moet worden uitgegaan van een door de wetgever periodiek vast te stellen percentage. Dit percentage is momenteel 5%.

Dit is vaak fors hoger dan de werkelijke rente die er betaald moet worden. Achterliggende gedachte is dat er voldoende marge moet zijn voor rentestijgingen op korte termijn. Zou er worden berekend wat iemand maximaal kan lenen op basis van de zeer lage rente, dan ontstaan er vrijwel direct betalingsproblemen bij een rentestijging.

Wanneer er wordt gekozen voor een rentevaste periode van 10 jaar of langer, dan wordt de maximale hypotheek berekend op basis van de werkelijke rente die er wordt aangeboden. Deze is vrijwel altijd lager dan 5%.

Hierdoor kan er meer worden geleend bij een rentevaste periode van 10 jaar of langer, dan bij een hypotheek met een kortere rentevaste periode.

Een korte of lang rentevaste periode is afhankelijk van je persoonlijke situatie en of je op de korte of langere termijn een rentestijging verwacht.

Want bij een korte rentevaste periode is de hypotheekrente vaak lager en zijn daarmee je maandlasten dus ook lager. In tegenstelling tot een langere rentevaste periode, waarbij de hypotheekrente vaak (iets) hoger is en daarmee ook de maandlasten.

Sommige mensen kiezen voor een korte rentevaste periode, omdat ze lagere maandlasten erg belangrijk vinden en/of omdat ze geen grote rentestijgingen in de toekomst verwachten. Andere mensen daarentegen kiezen voor een lange rentevaste periode, omdat ze een stabiele rente (kosten) belangrijk vinden en het risico niet willen lopen op een rentestijging aan het einde van hun rentevaste periode.

Want uiteindelijk komt het neer op het afdekken van risico. Want zowel jij, als je bank of hypotheekverstrekker, kan niet in de toekomst kijken. En al helemaal niet in de verre toekomst. En dus is de prijs voor het afdekken van het risico op een rentestijging in de toekomst het betalen van een (iets) hogere hypotheekrente.

De vraag is dus eigenlijk aan jou: welk risico op een stijging van de hypotheekrente past bij jou (en vind jij prettig en acceptabel)? En welke prijs (hogere rente) ben jij bereid hiervoor te betalen?

Tenslotte kunnen ook andere overwegingen meespelen bij de keuze van je rentevaste periode. Bijvoorbeeld hoelang je in de woning denkt te blijven wonen en of je je hypotheek in de toekomst kunt meeverhuizen naar een nieuwe woning.